Het huis dat ik 'ik' noem

Een van de allermoeilijkste woorden
die er zijn is het woord "ik".
Zo zie ik het toch.

Er is het heel grote IK
Hierover zegt Jezus:

... Ik ben het Al. 
Het Al is uit mij gekomen 
en het Al is tot mij geraakt. ...
 Het evangelie van Thomas * , logion 77 

"Tegenover" dit heel grote IK
is er mijn kleine ikje. 

Jezus zegt:

In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; 
als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. 
 Bijbel: Joh. 14:2  

Mijn kleine ikje 
kan je ook vergelijken met een huis
niet "het huis van Mijn Vader" 
maar een gewone - aardse - woning.

Ook dit huis,
deze woning,
heeft vele bewoners. 


Wie woont er allemaal 
in het huis dat ik "ik" noem? 

Een eerste bewoner 
is mijn lichaam,
mijn fysieke lichaam

Het woord "lichaam"
is afgeleid uit het Latijn
het betekent vleeshemd.
Iedere nieuwe incarnatie
trek IK - of eigenlijk mijn ziel - 
een nieuw vleeshemd aan. 

Er woont nog iemand
in ditzelfde huis,
dit huis dat ik "ik" noem,
mijn ego.

Ego,
Ik benoem je tot minister.
Minister is Latijn voor dienaar.

Minister,
weet dat het huis waar je verblijft
Mijn huis is, niet dat van jou.

Dienaar,
je voornaamste opdracht is
dit huis te onderhouden.
Doe je best!

Ego,
Ik weet dat in jouw wereld
de regel geld:
"voor wat hoort wat".
Dus deze deal:
je mag gratis wonen
in dit huis,
maar je moet
er wel zorgzaam voor zijn.

Ego, 
minister,
vergeet niet
dat je dienaar bent.

Ego,
wanneer je vergeet
dat je geen Heer,
maar dienaar bent
verdwaal je.
Je komt terecht
bij de varkens,
je wordt verloren zoon.


Wie woont er nog 
in het huis 
dat ik "ik" noem?

Er zijn nog de andere lichamen,
etherisch lichaam, astraal, en zo meer. 
Ook die wonen 
in het huis 
dat ik "ik" noem. 


Nog een bewoner?
Mijn ziel? 

Hierover zegt de mysticus Meister Eckhart

De ziel zit niet in het lichaam, 
het lichaam zit in de ziel

Nee dus,
mijn ziel is geen bewoner 
van het huis die ik "ik" noem
maar die "ik" 
is een bewoner van mijn ziel.


IK, ik
zo verwarrend!
Sorry, niet Ik
maar jij, ego,
hebt er een knoeiboel
van gemaakt.
Ego, jij hebt gezegd
dat je Ik bent,
terwijl je alleen maar
minister - dienaar - bent.


Ik heb een huis, een huis met meerdere bewoners.
Ik heb dit huis,
Maar ik ben dit huis niet.
Ik ben niet het huis dat ik "ik" noem.
Zodra ik dit weet
verdwijnt de verwarring
en wordt mijn geest rustiger


Ik BEN
met of zonder huis.

IK BEN Thuis
met of zonder huis.


IK BEN,
mijn lichaam is detail, 
mijn ego is detail,
mijn huis is detail,
ik ben detail.

Lichaam, dienaar. Welkom.
Ego, dienaar. Welkom.
Huis, dienaar. Welkom.

IK BEN